De crisis heeft overal in Europa zijn sporen achtergelaten. Spanje was één van de landen die hard getroffen werd en het land en haar inwoners hebben veel in moeten leveren. Afgelopen jaar is al een beter jaar geweest voor sommige branches, maar 2015 moet een ommekeer worden. Binnen de auto-industrie zit in ieder geval een flinke stijging.

Uitgebreide industrie

De auto-industrie is groot in Spanje. Veel merken hebben plaats genomen in het land en in de top tijd kwamen er zo’n drie miljoen auto’s van de band. Het proces van auto’s is vaak volledig geautomatiseerd, maar toch zijn er veel werknemers nodig en leven veel verschillende branches van de industrie. In een auto worden veel halffabricaten gebruikt. Veel onderdelen worden samengevoegd om uiteindelijk tot een auto te komen. Spuitgieten van metalen en kunststof is bijvoorbeeld een specialistisch vakgebied, maar binnen de auto-industrie wel een erg belangrijke. Toen er gedurende crisis minder auto’s geproduceerd werden, moest het aantal werknemers ook verminderd worden. Door het specialisme was het lastig om ergens anders aan het werk te kunnen gaan.

In 2014 nam het productieniveau flink toe. Het steeg met twintig procent in vergelijking met de twee voorgaande jaren. Door deze stijging is er ook weer meer werkgelegenheid. Bijvoorbeeld bij de grootste autofabrikant in Spanje, Seat. Door een stijging van zo’n dertien procent in de productie werden er achthonderd banen gecreëerd.

Subsidie

De Spaanse regering stelde in 2012 wederom de subsidie vrij voor Spanjaarden die een nieuwe auto kochten. De regering stelde €1000 ter beschikking voor diegene die een nieuwe auto kocht. Het automerk moet dan zelf ook nog hetzelfde bedrag schenken en de koper moet een auto die ouder is dan tien jaar inleveren bij een sloopbedrijf. Het doel van de subsidie is simpel, ook voor de minder bedeelden moet het mogelijk worden om een nieuwe auto te kopen. De verdeeldheid tussen rijk en arm binnen Spanje is namelijk groot.