Onderzoek: niet iedereen gaat erop vooruit in 2016
De werkende Nederlander gaat erop vooruit in 2016. Hoe de ontwikkelingen in het nieuwe jaar voor u uitpakken, ziet u op uw loonstrook voor januari en uiteraard op uw rekening. Het voorgehouden belastingvoordeel geldt echter niet voor iedereen, want er zijn ook mensen die er dit jaar op achteruit gaan. Uit de eerste loonstrookjes van dit jaar blijkt dat alleen de modale inkomens erop vooruit gaan. Werknemers die twee keer modaal en hoer verdienen, gaan er juist op achteruit. De mensen die het meest profiteren van de belastingvoordelen in 2016, zijn gezinnen waar beide partners geen modaal inkomen hebben. Hier ligt het voordeel tussen 1415 euro en 1938 euro en dit is zeker hoog te noemen.
In dit artikel gaan we in op de belangrijkste wijzigingen op uw nieuwe loonstrook, zodat u eenvoudig kunt ontdekken of u erop vooruit gaat of juist slechter af bent in 2016.
De belangrijkste wijzigingen op de loonstrook
Het tarief in de derde schijf van box 1 is per 1 januari 2016 veranderd naar 40,40 procent. Voorheen was het percentage 42 procent, dus dit is zeker een vooruitgang. Daar komt nog bij dat het salaris dat in de derde schijf valt, verhoogd is naar 66.421 euro. In 2015 liep dezelfde schijf tot 57.585 euro, dus ook dit is flink veranderd. De verlaging van het tarief in combinatie met een verlaging van de tariefschijf lijkt gunstig voor uw salaris van januari 2016, maar voor inkomens boven het minimum kan het toch tegenvallen.
De heffingskorting wordt afgebouwd
In 2016 wordt de algemene heffingskorting van 2242 euro volledig afgebouwd vanaf een inkomen van 19.922 euro naar nihil. Dit betekent dat u over het bedrag dat u meer verdient dan 19,922 euro, minder heffingskorting van de Belastingdienst krijgt. Het afbouwpercentage van de algemene heffingskorting is verhoogd naar 4,822 procent, tegenover 2,32 procent in 2015. Dit betekent dat de afbouw twee keer zo snel gaat dan in 2015 en bovendien niet stopt tot de heffingskorting van 0 euro is bereikt. In 2015 stopte de afbouw van de heffingskorting nog bij 1342 euro, wat betekende dat u altijd een klein bedrag aan heffingskorting kreeg.
De arbeidskorting wordt verhoogd en afgebouwd
Daarnaast wordt de maximale arbeidskorting voor lagere inkomens verhoogd naar 3103 euro (2015: 2220), maar wordt ook al vanaf een inkomen van 34.015 euro met vier procent afgebouwd naar 0 euro. In 2015 bestond nog het recht op een arbeidskorting van minimaal 184 euro, maar dit recht is vervallen in 2015.
Let op de voorlopige teruggaaf die u krijgt
De wijziging van de derde schijf van box 1 heeft ook invloed op de hypotheekrenteaftrek die u krijgt. De kans dat u uw hypotheekrente volledig in het 52%-tarief kan aftrekken, neemt namelijk af. Daar komt nog bij dat er van de hypotheekrenteaftrek ieder jaar 0,5 procent wordt afgehaald, waardoor het voordeel steeds minder groot wordt.
Belangrijke tip is dat u de voorlopige teruggaaf goed in de gaten moet houden. Doet u dit niet, dan wordt het in 2017 gewoon terugbetalen wat u in 2016 te veel heeft ontvangen.