Het aantal mensen die niet kunnen lezen en schrijven is met 200.000 personen gestegen in vergelijking met vijf jaar geleden. Dit zijn er in totaal 1,3 miljoen wat neerkomt op zo’n 10 procent van de Nederlandse beroepsbevolking. Een groot gedeelte van deze groep is allochtoon. Deze kinderen doen het op het gebied van taal niet goed op school. De slechte taalontwikkeling van hun omgeving is ook niet bevorderend voor hun ontwikkeling. Het probleem is ook de Tweede Kamer niet ongemerkt gebleven. Donderdag wil de Tweede Kamer met een plan komen om de laaggeletterdheid aan te pakken.
Groot probleem
Het gevolg van laaggeletterdheid is dat mensen ongelukkiger zijn, maar ook minder gezond. Het zijn vaak mensen die niet hoog zijn opgeleid en moeite hebben om nog goed mee te kunnen draaien in de maatschappij. Je kunt duidelijk zien dat mensen die wel geletterd zijn ook een beter sociaal leven hebben en goede banen. Het leven is moeilijker voor laaggeletterden en het is een steeds groter wordend probleem. Dingen die voor geletterden heel normaal zijn, zijn voor laaggeletterden een groot probleem. Denk aan het voorlezen aan je kind voor het slapengaan, brieven van de overheid en school lezen of een simpel formuliertje invullen. Zelfs pinnen kan een groot struikelblok zijn. Deze groep mensen zullen niet snel groeien op werkgebied en mensen hebben in veel gevallen zelfs helemaal geen werk. Naast het grote aantal laaggeletterden in Nederland, wonen er ook veel mensen in ons land die analfabeet zijn en dus helemaal niet kunnen lezen en schrijven. Dit zijn er zo’n 250.000. Het is voor de mensen die niet (goed) kunnen lezen en schrijven uiteraard het ergst, maar ook de samenleving moet ervoor opdraaien. Jaarlijks kost het ons meer dan een half miljard euro. Helaas is het niet op te lossen met het kopen van wat leesbrillen.
Oplossing
Het is duidelijk dat het probleem structureel is. Dat wil zeggen dat het doorgegeven wordt op de kinderen. Deze vicieuze cirkel moet ergens doorbroken worden dat moet in het traject van peuter tot student zijn, vindt de Marja van Bijsterveldt, voorzitter van de Stichting Lezen & Schrijven. Als er geen extra aandacht wordt besteed aan kinderen, dan is het volgens de voorzitter dweilen met de kraan open.